9-6-2020
Een tijd geleden heb ik geschreven over een mogelijke bever in de Kaliwaal (lees het bericht hier nog eens: Bever?). Ik hoopte hem een keer van dichterbij te zien, zodat ik voor de volle 100% kon zeggen dat het een bever was en vandaag was het zo ver!
Vanochtend hadden mijn moeder en ik zin om lekker naar buiten te gaan. Doordat ik graag nog een paar foto's wilde maken van knakalen (binnenkort komt hier ook een stukje over) vertrokken we rond 10 uur naar de Kaliwaal. Afgeleid door wat krabbenholletjes liep ik langs een opgedroogde plas, terwijl mijn moeder al richting de strandjes was gelopen. Plotseling hoorde ik iemand mijn naam roepen en zag ik dat mijn moeder enthousiast naar mij aan het zwaaien was. Ik trok een sprintje, aangezien het er op leek dat hetgeen wat ze zag elk moment weer kon verdwijnen. Bij haar aangekomen wees ze naar een ding in het water. Tot mijn grote verbazing zag ik een bever! En dat op klaarlichte dag! We volgden al sluipend en bukkend de bever langs de strandjes. Regelmatig kwam hij de strandjes op om zich te wassen of snel een hapje twijgen te nemen. Maar hij bleef toch dicht bij de waterkant, zodat echt mooie foto´s maken niet lukte. Nadat hij op een klein eilandje had gezeten verdween hij uit het zicht. Een tijdje hebben we nog naar hem gezocht, maar er was geen spoor van de bever meer te bekennen. We besloten op te splitsen en aan de terugweg te beginnen. Ik nam de strandjes aan de kant van het meer en mijn moeder die van de Waal. Na een lang stuk struinen was ik bij de boom aangekomen waar we elkaar weer zouden ontmoeten, maar helaas had ik de bever niet meer gezien.
M'n moeder was er nog niet, dus keek ik wat om me heen tot ik haar plotseling in de verte zag staan en opnieuw wenkte ze. Balend rende ik het hele stuk weer terug, want ik begreep dat ze de bever waarschijnlijk zag. En inderdaad, toen ik uitgeput bij haar aankwam vertelde ze dat ze de bever aan land had zien komen en dat hij misschien nog onder een van de grote struiken zat. Zo zacht als ik kon sloop ik naar de eerste struik. Aan de sporen in het zand kon ik zien dat hij hier wel was geweest, maar daarna was doorgelopen naar de volgende struik. Voet voor voet volgde ik het spoor tot het stopte onder de tweede struik, waarna ik neerknielde en voorzichtig er onder keek. Verbijsterd keek ik in de ogen van de bever die net er weer onder vandaan wilde komen. Snel kon ik nog een foto maken, waarna hij zich weer terug trok. Als een standbeeld bleef ik zitten. Na een minuutje kwam zijn kop al weer voorzichtig uit het holletje en met een snelle sprint (ja echt, deze grote dieren met vliezen kunnen best hard rennen!) dook hij weer het water in.
Reactie plaatsen
Reacties
Heel gaaf!!!